KLIMREK

Inzicht in de klimaatimpact van een varkensbedrijf: de resultaten van de levenscyclusanalyse op de 5 pilootbedrijven

Na melkvee en akkerbouw, waarvoor de ontwikkeling van het traject eind 2019 al van start ging, werden in de zomer van 2022 de eerste varkenshouders bezocht. Deze pilootboeren staan mee aan de wieg van het klimaattraject voor hun sector. Alle inputs die het bedrijf binnen komen, en alle outputs die het bedrijf verlaten, worden op deze bedrijven in kaart gebracht. Dit betekent dat er bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de emissies die vrijkomen bij bemesting, maar ook met de impact van de productie van die meststoffen. Aan dit klimaattraject werken de onderzoekers van Klimrek mee, maar ook de varkenshouders zelf en partners zoals adviseurs, afnemers, beleidsmakers, enz. Op die manier verzekeren we een werkbare en gedragen tool die nadien breed inzetbaar is. 

Resultaten boekjaar 2021

De Belgische varkenshouderij is een zeer diverse sector. Daarom kunnen er nog geen algemene conclusies getrokken worden op basis van deze eerste resultaten. Om de diversiteit zoveel mogelijk af te dekken, zitten er onder onze pilootboeren:

  • Zowel afmestbedrijven, bijna gesloten en gesloten bedrijven,
  • Gradaties in bedrijfsgrootte,
  • Zowel conventionele als biologische bedrijven,
  • Bedrijven met verschillende emissiearme technieken en vormen van hernieuwbare energie,
  • Bedrijven met aankoop mengvoeders alsook brijvoederaars.

Ontmoet ze hier.

Desalniettemin, geven de eerste resultaten van de klimaatscan van de piloot-varkenshouderijen al heel wat inzicht. Figuur 1 toont de gemiddelde bijdrage van de deelsystemen aan de klimaatimpact van vleesvarkens op de vijf pilootbedrijven.

De klimaatimpact van deze bedrijven varieert van 2,57 tot 3,12 kg CO2-equivalenten per kg levend gewicht. Het voeder levert duidelijk de grootste bijdrage. 

Een groot deel van de impact van de voederaankoop is toe te schrijven aan sojaschroot, met daaropvolgend soyfeed, granen, raapschroot en CCM. Na voederaankoop volgt mestopslag in het rijtje van belangrijk aandeel in de klimaatimpact, voornamelijk door het vrijkomen van lachgas (N2O) en methaan (CH4). Dit wordt vooral gestuurd door parameters als voeder, N excretie, type opslag, duurtijd van de opslag en buitentemperatuur. Tot slot, zijn infrastructuur, energiebeheer en waterbeheer samen verantwoordelijk voor 2,03% van de totale klimaatimpact. 

in tegenstelling tot melkvee is er bij varkens weinig impact van enterische emissies (methaanemissies die ontstaan tijdens de spijsvertering) (6% ten opzichte van 41% bij melkvee).

 

Figuur 1: Bijdrage van de deelsystemen aan de klimaatimpact van varkens bij het verlaten van de varkenshouderij, uitgedrukt in kg CO2-equivalenten per kg levend gewicht. Gemiddelde op basis van vijf bedrijven.

 

Net zoals bij melkvee en akkerbouw, wordt hier ook een deel van de impact gealloceerd (zie Figuur 2). De klimaatimpact van de verkochte biggen/gelten/beren, gaat naar de koper. De klimaatimpact van de verwerking van de gestorven dieren bij Rendac, wordt toegeschreven aan Rendac, daar deze karkassen nog een economische waarde kunnen hebben.

De klimaatscan is een vereenvoudigde levenscyclusanalyse waarbij een aantal parameters alvast weggelaten werden omdat hun bijdrage aan de klimaatimpact verwaarloosbaar is. Zo vragen we de gewasbeschermingsmiddelen en medicatie niet meer op.

 

Figuur 2: Schema dat weergeeft wat wel en niet is inbegrepen in de klimaatscan voor de varkenshouderij

 

Het resultaat op zich zegt niet veel als we dit niet in perspectief kunnen plaatsen. Daarom werd er een korte studie gedaan naar vergelijkbare beschikbare data. In Figuur 3 kunnen klimaatvoetafdrukken uitandere databronnen (Agri-footprint en Agribalyse) en landen worden teruggevonden. We kunnen deze niet 1 op 1 vergelijken met het resultaat van Klimrek, omdat er altijd een aantal verschillen zitten op de rekenmethode en volledigheid van de scan  in vergelijking met deze van Klimrek. Resultaten uit eenzelfde databank zijn wel onderling vergelijkbaar.

 

Figuur 3: Een greep uit resultaten van andere landen uit LCA-databanken om de resultaten in perspectief te kunnen plaatsen.

Uitdagingen

Tot slot dient er te worden stilgestaan bij de grootste uitdaging voor deze sector. De klimaatimpact van het voederbeheer op een varkensbedrijf is duidelijk het belangrijkste in aandeel. Daar zou dus als eerste op kunnen gewerkt worden door de varkenshouder. Alleen heeft deze geen zicht op de samenstelling van de aangekochte mengvoeders, enkel de volgorde van ingrediënten op het etiket is geweten, maar niet in procentueel aandeel​. Daarenboven fluctueert de voedersamenstelling vaak nog van maand tot maand. Deze uitdaging is niet van toepassing op brijvoederaars, omdat zij hun voedersamenstelling zelf meer in handen hebben.

Om deze uitdaging op te lossen, wordt er samengewerkt met BFA om een beter beeld te krijgen van de klimaatimpact van de verschillende voedersamenstellingen.